Pensioenakkoord
Eén van de belangrijkste zaken waar mensen zich op financieel vlak zorgen over maken heeft betrekking tot hun financiële mogelijkheden op hun oude dag. Dat is ook niet meer dan normaal. Het pensioen is iets waar je een heel leven lang voor werkt. Wanneer uiteindelijk de dag is aangebroken dat je er voor kan kiezen om te stoppen met werken wil je echter wel kunnen rekenen op bepaalde financiële zekerheden. Op nationaal niveau bestond er enige tijd de nodige verwarring over het pensioen. Er gingen zelfs stemmen op om het pensioen aan te passen om de uitbetaling er van ook in de toekomst te kunnen vrijwaren. Ondertussen werd er een overeenstemming bereikt en is het pensioenakkoord een feit. De vraag die veel mensen zich echter stellen is wat dit nu precies voor hen betekent. Wel, dat geven we je graag aan door middel van de informatie die je hieronder terug kan vinden.
Nieuw pensioenakkoord in het jaar 2020
Het pensioenakkoord is eigenlijk niet nieuw. Het spreekt voor zich dat er ook in het verleden reeds sprake was van een dergelijk akkoord. Echter bleek in het jaar 2020 dat het grondig tijd was geworden om het op dat ogenblik bestaande akkoord op de schop te gooien. Dit omwille van verschillende redenen. Het pensioenstelsel waar op dat ogenblik sprake van was beschikte namelijk over een sterk verouderd karakter. Ze gaat dan ook in de praktijk uit van:
- Het idee dat mensen mogelijks hun hele loopbaan bij hetzelfde bedrijf blijven werken;
- Een op voorhand vastgesteld pensioenbedrag op basis van het aantal dienstjaren en de hoogte van het inkomen;
In het verleden was het dan misschien vaak zo dat mensen er voor kozen om 40 jaar lang bij hetzelfde bedrijf te werken, maar tegenwoordig en vooral binnen de huidige economische markt is dat nog maar weinig waarschijnlijk. Het oude pensioenstelsel dateerde ook reeds van halverwege de vorige eeuw. Dat de arbeidsmarkt sindsdien stevig is veranderd hoeven we wellicht niet te benadrukken. Niet alleen veranderen steeds meer mensen nu regelmatig van job of bedrijf, daarnaast zijn er ook veel meer ondernemers in vergelijking met pakweg 60 jaar geleden.
Enorme buffers
Begrijp ons niet verkeerd, in de basis was het vorige pensioenakkoord best goed te noemen. Toch bevatte ze ook verschillende bepalingen die vandaag de dag eigenlijk nog maar moeilijk… of eigenlijk zelfs helemaal niet meer realiseerbaar zijn. Om de mogelijkheid te hebben om iedereen het beloofde bedrag aan te kunnen bieden was het namelijk zo dat er enorme buffers moesten worden aangelegd. Zo werd er door het voorgaande pensioenakkoord bijvoorbeeld gesteld dat niet alleen de pensioenen van op dat moment, maar ook deze van in de toekomst altijd in kas moesten zijn. Het spreekt voor zich dat er daarbij sprake was van ontzettend grote bedragen die niet zomaar opgehoest konden worden. Dit laatste niet in het minst als gevolg van het feit dat de economie lang niet altijd over een even voorspelbaar karakter beschikt.
Om de gigantische buffers te kunnen waarborgen werden er zeer strikte regels in het leven geroepen. Van zodra de buffer een te laag niveau bereikte was het voor de pensioenfondsen bijvoorbeeld niet langer toegestaan om hun pensioenen te verhogen. Sterker nog, ze moesten zelfs de knip in de pensioenen gaan zetten. Dit lijkt in eerste instantie alleen maar vervelend voor de korte termijn, maar het effect er van was wel degelijk voelbaar door de jaren heen. Men kon namelijk vaststellen dat de pensioenuitkeringen reeds jarenlang niet meer meegroeiden met de koopkracht. Dit maakte eens temeer duidelijk dat het oude systeem niet meer past bij deze tijd. Er moest dan ook iets veranderen. Het resultaat is terug te vinden onder de vorm van het nieuwe pensioenakkoord.
Minder snelle stijging van de AOW-leeftijd
Het nieuwe pensioenakkoord heeft verschillende nieuwe bepalingen met zich meegebracht. In eerste instantie werd er bijvoorbeeld besloten dat de AOW-leeftijd minder snel gaat stijgen. De AOW-leeftijd zal tot in het jaar 2025 in stappen worden verhoogd van 65 tot 67 jaar. Vanaf het jaar 2025 is de stijging van de AOW-leeftijd afhankelijk van de actuele levensverwachting van de mensen die in Nederland woonachtig zijn.
Hoe deze stijging exact zal verlopen is wettelijk vastgesteld. Deze wet regelt dat de regering met ingang van het jaar 2016 elk jaar opnieuw moet vaststellen wat over een termijn van vijf jaar de AOW-leeftijd zal zijn. In de weg staat een formule opgenomen die dienst moet doen als basis voor het uitrekenen van de verhoging. In het Pensioenakkoord van 2019 werd bijvoorbeeld reeds bepaald dat de stijging minder snel zal worden doorgevoerd dan in eerste instantie was afgesproken. De wet die het voorstel heeft gelanceerd om de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen werd inmiddels aangenomen en geldt vanaf 1 januari 2020.
Wat werd er bepaald met betrekking tot de pensioenfondsen?
De pensioenen zullen volgens het nieuwe pensioenakkoord meebewegen met de waarde van de beleggingen. Is er dus met andere woorden sprake van een stijgende koers voor wat de beleggingen betreft? Dan zullen de pensioenen ook stijgen. Let wel, een pensioenfonds beschikt uit zichzelf niet over een bepaald winstoogmerk. Dit betekent dat ze niet belegt voor zichzelf, maar enkel en alleen voor het pensioen. Met andere woorden, is het mogelijk om het pensioen te verhogen? Dan zal dat ook gebeuren. Let wel, ook het omgekeerde effect kan zich voltrekken. Moet er namelijk op een bepaald ogenblik worden vastgesteld dat het niet goed gaat met de beleggingen? Dan kan er ook sprake zijn van een korting van het pensioen. Het globale rendement dat kan worden gerealiseerd door middel van een pensioenfonds dient in de praktijk hoe dan ook steeds te worden bekeken over de middellange tot lange termijn. Eerder waardestijgingen kunnen dus een eventuele daling grotendeels opvangen.
Gedeeltelijke opname van je pensioen
Door middel van het nieuwe pensioenakkoord werd bepaald dat iedereen straks de mogelijkheid krijgt om een deel van het opgebouwde pensioen op te nemen op de pensioeningangsdatum. Hiervoor geldt een maximum van 10 procent van het door de persoon in kwestie opgebouwde pensioen. Dit geld zou in de praktijk aangewend kunnen worden voor verschillende doeleinden. Het kan daarbij dan onder meer gaan om:
- Het afbetalen van een hypotheek;
- Het ondernemen van een bepaalde reis;
- Het verduurzamen van een woning;
Mensen die niet in een pensioenfonds zitten, maar gewoon zelf voor hun pensioen sparen zouden eveneens de mogelijkheid aangeboden moeten krijgen om 10 procent van hun pensioen op te nemen.
Vereenvoudigd vroeger pensioen voor zware beroepen
Toen door middel van het nieuwe pensioenakkoord werd bepaald dat er sprake zou zijn van een verhoging van de zogenaamde AOW-leeftijd kon dit meteen op een storm van kritiek rekenen. In het bijzonder voor mensen die een zwaar beroep uitoefenen werd al snel duidelijk dat de nieuwe verhoging een aanzienlijke doorn in het oog zou zijn. Binnen het nieuwe pensioenakkoord werden omwille van die reden een aantal voorzieningen getroffen specifiek voor mensen met een zwaar beroep. Zij krijgen dan ook de mogelijkheid om eenvoudiger vroeger met pensioen te gaan.
Dat de AOW-leeftijd ook vooral op financieel vlak een struikelblok vormt voor onze overheid is ook nu in het nieuwe pensioenakkoord terug gebleken. Het kabinet stelt dan ook op jaarbasis maar liefst 10 miljoen euro ter beschikking om werken tot aan de AOW-leeftijd eenvoudiger te maken. Het gaat hierbij niet alleen om bij- en omscholing, maar ook om zaken als bijvoorbeeld loopbaanbegeleiding en generatieregelingen. Ook de regelingen voor verlofsparen worden verbeterd. Hierdoor wordt het sparen voor een vervroegde pensionering mogelijk gemaakt.
Het nabestaandenpensioen is verbeterd
Last but not least brengt het nieuwe pensioenakkoord ook een verbeterd nabestaandenpensioen met zich mee. Een nabestaandenpensioen is in het leven geroepen om er voor te zorgen dat nabestaanden na een overlijden financieel geholpen kunnen worden. Er wordt in de praktijk naar dit type van pensioen ook wel verwezen als zijnde het zogenaamde partnerpensioen of het wezenpensioen. Bij nabestaanden kan er onder meer worden gedacht aan de partner van jonge kinderen. Het resultaat van het nieuwe pensioenakkoord is in ieder geval het verschijnen van één concreet nabestaandenpensioen. Dit pensioen stelt dat de partner recht heeft op maximaal 50 procent van het salaris. Dit wordt uitbetaald op het ogenblik dat de partner op het ogenblik van overlijden premie betaalt aan de pensioenregeling.
Nieuw pensioenakkoord in de (nabije) toekomst
Het is de overtuiging van de Nederlandse overheid dat er eigenlijk steevast binnen afzienbare termijn moet worden toegewerkt naar het realiseren van een nieuwe pensioenregeling. Dit betekent concreet dat er in de (nabije) toekomst meer dan waarschijnlijk alweer sprake zal zijn van een nieuw pensioenakkoord. De vraag is wanneer dat precies het geval zal zijn. Bij monde van de Nederlandse overheid werd aangegeven dat men graag tussen 2022 en 2026 ten laatste opnieuw met een nieuw of hernieuwd pensioenakkoord op de proppen wil komen. Dit uiteraard met als belangrijkste doel om er voor te zorgen dat er blijvend tegemoet kan worden gekomen aan de actuele noden en verwachtingen die zijn ontstaan vanuit de arbeids- en pensioenmarkt. Hoe dan ook lijkt er door de realisatie van het pensioenakkoord in 2020 reeds een mooie basis gelegd voor de nieuwe pensioenakkoorden in de toekomst.